Drie islamitische sprekers die door ministers David van Weel (Justitie en Veiligheid, VVD) en Marjolein Faber (Asiel en Migratie, PVV) de toegang tot Nederland was ontzegd, mogen alsnog het land in. De rechtbank in Den Haag zette donderdag een streep door het verbod. Minister Van Weel reageert teleurgesteld.
Volgens de rechtbank hebben de ministers niet voldoende onderbouwd waarom de drie sprekers een bedreiging voor de openbare orde zouden vormen. Het gaat om Abu Bakr Zoud uit Australië, Mohammed Hijab en Ali Hammuda uit Groot-Brittannië. Zij zijn uitgenodigd door de Utrechtse Dawah-groep om zaterdag te spreken op de Ramadan Expo 2025.
Het kabinet had juist hard ingezet op een verbod. Minister Faber noemde de sprekers ‘haatpredikers’ en stelde dat zij “onze vrijheid misbruiken voor haatzaaiende toespraken.” Van Weel sloot zich daarbij aan: “Voor haatzaaierij en het vergoelijken van geweld is absoluut geen plek in Nederland.”
Zie hieronder een fragment van Mohammed Hijab, die westerlingen 'technische reuzen, maar morele dwergen' noemt:
Volgens de ministers hebben de sprekers zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan het verspreiden van extremistische opvattingen. Zo zou een van hen de terreuraanval van Hamas op 7 oktober 2023 ontkennen en daarmee terrorisme bagatelliseren. Een ander deed volgens het kabinet ‘zeer heftige uitspraken’ over seks met minderjarigen, vrouwenrechten en homoseksualiteit. Seks hebben met een 13-jarig meisje zou bijvoorbeeld geoorloofd zijn, als ze 'brede heupen' en 'enorme borsten' heeft.
Hieronder spreekt Abu Bakr Zoud over de gevaren van vrouwen op sociale media, omdat dit 'fitnah' (verleiding) is voor mannen:
De rechtbank verwees in haar oordeel naar de bevindingen van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Voor twee van de drie sprekers zag de NCTV geen overtuigend bewijs dat zij extremistische predikers zijn. De derde zou inderdaad desinformatie verspreiden over Hamas, maar volgens de rechtbank moet dit gezien worden binnen de bredere context van de Gaza-oorlog.