Een medewerker van de Rotterdamse haven werd op staande voet ontslagen nadat hij tijdens zijn werk een joint rookte. De man was nog geen jaar in dienst bij het bedrijf. De oud-havenmedewerker was het oneens met zijn ontslag en daagde zijn ex-werkgever voor de rechter, schrijft De Telegraaf.
Op de ochtend van het incident stond de man ingeroosterd als stackerdraaier, waardoor hij verantwoordelijk was voor het los- en vastmaken van containers op een terminal.
Hij werd betrapt in zijn stackerhokje, waar stackerdraaiers vanwege de veiligheid verplicht in moeten zitten tijdens hun werkzaamheden. Hij wordt betrapt door een collega, die bij binnenkomst direct een hasjlucht ruikt. De man zegt aanvankelijk een sigaret te hebben gerookt, maar wordt uiteindelijk betrapt door de brandende joint, die hij niet goed heeft weggestopt en nog op de grond ligt. Als de collega hem daarop wijst, geeft hij zijn daad toe.
Vlak daarna moet hij zich melden bij een manager en wordt hij op staande voet ontslagen.
De man is het niet eens met zijn ontslag, stapt naar de rechter en stelt dat dat de werkgever helemaal niet kon weten dat de joint - die naast hem op de grond lag - van hem was.
Hij was alleen één ding vergeten: hij heeft zijn daad toegegeven bij zijn leidinggevende. Zijn ontkenning is volgens de rechter dus niet erg geloofwaardig. Ook had de man verklaard dat hij al sinds tien over half zeven 's ochtends alleen in het stackerhokje had gezeten, dus door wie moet de joint daar dan zijn terechtgekomen?
De rechter oordeelde dat het bedrijf alle reden had om de man te ontslaan. Zijn ontslag wordt daarom niet vernietigd en hij mag de proceskosten van zo'n €949 betalen.