Bespuugd, uitgescholden en mishandeld. Een 76-jarige Joodse vrouw uit Amsterdam werd de afgelopen jaren meerdere malen slachtoffer van vandalisme en geweld. De vrouw, die anoniem haar verhaal doet tegenover De Telegraaf, deed aangifte bij de politie, maar dat ging moeilijker dan gedacht. ‘’Elke keer verdomden ze het om aangifte op te nemen. Pas toen rabbijn Van Dijk zich erin mengde, werd ik gebeld: of ik aangifte wilde komen doen.’’
De 76-jarige vrouw kreeg vijf jaar lang te maken met intimidatie toen ze nog woonde in haar vorige woning, een flat in Amsterdam Nieuw-West. Het dieptepunt, vertelt ze, was de mishandeling door vier jonge mannen, die haar bont en blauw schopten en sloegen. Bij het incident brak ze haar rechterpols.
Ook werd haar auto beklad met een hakenkruis en werd haar mezoeza, het tekstkokertje met spreuken uit de Thora, meerdere malen van haar deurpost gerukt.
Inmiddels heeft de vrouw haar woning in Nieuw-West verlaten en is ze verhuisd naar een veilige plek. ‘’Vooral na 7 oktober werd het er onhoudbaar’’, vertelt ze. ‘’Op straat riepen ze me na, in het Arabisch: ‘Jahud! Jood!’. Ik durfde bijna mijn eigen huis niet meer uit. Voor veel van de ramen op de galerij hingen Palestijnse vlaggen.’’
‘’We zien als politie een toename van meldingen waarbij antisemitisme een rol speelt’’, vertelt politiewoordvoerder Esther Izaks aan de krant in een reactie. ‘’We investeren hierop. Allereerst door adequaat om te gaan met meldingen en door in gesprek te zijn en blijven met de mensen uit betrokken gemeenschappen.’’
In deze specifieke zaak stelt Izaks dat de politie na een melding bemiddelend heeft opgetreden richting een buurman.
Lees het hele verhaal hier.